Allerlei Instrumenten #5 De Banjolele
Allerlei Instrumenten – De Banjolele
De banjolele (ook wel Banjo Uke genoemd) is eerder al kort besproken in het stuk over de banjo. Toch wil ik ‘m nog even apart uitlichten. Vooral omdat ik er een in mijn eigen collectie heb. Bovendien is het een van mijn favorieten. Maar ook omdat het ik het een erg bijzonder instrument vind dat meer aandacht verdient.
De Banjolele is eigenlijk gewoon een Ukelele, maar dan luidruchtiger. Hij heeft evenveel snaren als een Ukelele (vier) en dezelfde lengte. Hij is hetzelfde gestemd, van boven naar beneden G-C-E-A, waarbij de G qua toonhoogte tussen de E en de A snaar zit. De snaar ie het dichtste bij je kin zit is dus niet het laagst gestemd. Het grote verschil met een gewone ukelele is de klankkast, die lijkt op die van een banjo. De klankkast van een banjo zorg met zijn strakgespannen drumvel voor veel extra volume. Dat geeft de Banjolele de karakterisieke banjo-volume en ‘twang’, maar uiteindelijk klinkt hij toch meer als een ukelele.
Het instrument is begin 1900 ontstaan en was vooral populair in de jazz en de theaters. Het voordeel van de Banjolele was dat het wel de vrolijke, zomerse klank had, maar door de banjo-type body had het veel meer volume. Daardoor was het veel meer geschikt om de bespelen in jazzorkesten of op grotere podia dan de gewone ukelele. De komiek George Formby heeft het instrument bekend gemaakt, maar het is later ook gebruikt door muzikanten als Brian May (Queen), Jeff Lynne (ELO) en George Harrison (Beatles).