Allerlei Instrumenten #1 De Banjo
Allerlei Instrumenten – De Banjo
De banjo is een bijzonder instrument, dat ik al lang aan mijn collectie wilde toevoegen. Van alle (snaar)instrumenten die ik heb lijkt het spelen op de banjo misschien wel het minste op gitaarspelen. De viool meegerekend. Bovendien is het met zijn ronde ‘snaredrum’ een bijzondere verschijning.
Het instrument kent vele varianten, maar de bekendste daarvan is de vijfsnarige ‘bluegrass’ banjo. De banjo is niet in op volgorde van laag naar hoog gestemd, zoals bijvoorbeeld een gitaar of een mandoline. De bovenste snaar – die het dichtste bij je kin zit – klinkt het hoogst. De volgende, de tweede van boven dus is de laagst klinkende snaar. Vanaf daar worden de snaren naar beneden toe steeds hoger. De banjo kan op heel veel verschillende manieren worden gestemd, maar de meest gebruikelijke voor de Bluegrass banjo is een ‘open G stemming’. Van boven naar beneden is dat G-D-G-B-D. Technisch gezien zijn de bovenste en onderste snaar gelijk gestemd, alleen begint de bovenste pas halverwege de hals, bij de 5e fret.
De bekendste speler van de Bluegrass banjo is Earl Scruggs. Die zelfs een heel eigen speeltechniek bedacht: de ‘Three-finger Style’ of ‘Scruggs-style’. Andere bekende banjo spelers zijn Steve Martin, Bela Fleck en de Johnny Mizzone van de Sleepy Man Banjo Boys. Een luistertip is ook zeker de Duelling Banjo’s scene uit de film Deliverance.
Naast de Bluegrass Banjo is de Tenor banjo het meest bekend. Deze heeft vier snaren en heeft een aantal ‘standaard’ stemmingen. Een Tenor Banjo is gestemd in kwinten, wat betekend dat de volgende snaar steeds 5 tonen hoger is dan de vorige. De traditionele stemming is in C of D. In C zijn de snaren van boven naar beneden dus C-G-D-A, in D is dat D-A-E-B. Spelers van Ierse folkmuziek stemmen hun Tenor Banjo vaak gelijk met de viool en mandoline, alleen een octaaf lager, in G. Van laag naar hoog is deze dus als volgt gestemd: G-D-A-E. De tenor banjo wordt meestal met een plectrum bespeeld. Het wordt gebruikt voor het spelen van melodielijntjes, of akkoorden.
Naast deze twee typen banjo zijn er nog allerlei varianten van het instrument. De Banjo-lele is – zoals de naam al doet vermoeden – een kruising tussen een Banjo en een Ukelele. De mensuur (halslengte), stemming en snaren zijn allemaal gelijk aan die van de Ukelele, alleen de klankkast lijkt op die van een banjo. Een zes-snarige banjo is doorgaans hetzelfde gestemd als een gitaar, en is daarom de keuze van gitaristen die het kenmerkende geluid van de banjo willen gebruiken.
De banjo is al een heel oud instrument. De origine ervan is onduidelijk. Er zijn mogelijke voorlopers van de banjo bekend van over de hele wereld. De Afrikaanse Kora, de Japanse Shamisen en de Marokkaanse Sintir lijken allemaal op het instrument. Begin 1800 begon de vijfsnarige banjo zoals we deze nu kennen zijn intrede te maken.